Anne komt mijn kamer binnen, met een zucht ploft ze neer en gooit haar rugtas naast zich. Ik kijk op: “Wat is er Anne?” “Ik ben er alweer uitgestuurd mevrouw, ‘k word gek van dat mens.” “Pardon?” “Oké, sorry, maar ik word er wel gek van.”
“Hmm, Anne, dit is niet de eerste keer, maar vandaag wil ik het gewoon eens anders aanpakken, in plaats van mijn voor jou bekende preek af te steken.” En ik laat mijn blik gaan over de tafel met zo’n 25 playmobil poppetjes, de blik van Anne volgt….
“Zoek eens een poppetje op, zoals jij mevrouw Van der Hoogt ziet?” Anne kijkt even, maar zodra ze de heks in het oog heeft, is deze snel gepakt. “En zoek nu eens een poppetje op voor jouzelf die hier tegenover staat?” Opnieuw kijkt Anne aandachtig naar de poppetjes die op tafel liggen. Ze zoekt een parmantige dame op: “De queen!, want als zij – en ze wijst naar de heks – zo is, dan laat ik me niet kennen.”
Ik laat ze even kijken, de heks tegenover de queen, het is ook geen wonder dat dit zo vaak botst.
“En, Anne, is zij altijd zo?” En ik wijs naar de queen. “O nee, natuurlijk niet, maar bij dat mens wel!” Zoek eens één of meer poppetjes erbij zoals Anne ook is, in andere situaties bijvoorbeeld?” Opnieuw gaat de blik van Anne over de poppetjes. Ze pakt er één en legt deze toch weer terug. Uiteindelijk pakt ze een verpleegster. “Mijn moeder zegt dat ik de zorg in moet gaan”. En ze zet deze naast de queen. Opnieuw kijkt ze en beoordeelt de poppetjes, dan blijft haar oog hangen op een heel ‘gewoon’ poppetje. “Soms baal ik ook wel van die – en ze wijst naar de queen -, eigenlijk vind ik het ook heerlijk om gewoon alleen te zijn en even geen mensen om mij heen te hebben.”
“Dank je wel Anne, mooi hoe goed je jezelf kent. Wat denk je, heeft mevrouw Van der Hoogt ook meer kanten of is zij altijd alleen maar zo – en ik wijs naar de heks -?” “Nee, zeker niet, eigenlijk vind ik het best een tof mens.” En zonder dat ik het vraag heeft Anne al een vlotte dame van tafel gevist en deze naast de heks gezet. En haar ogen kijken al weer verder. Haar blik blijft hangen op een politie-agent. “Streng maar rechtvaardig” en ze plaatst deze aan de andere kant naast de heks.
We kijken samen naar de opstelling.
“Morgen heb je weer Nederlands en wanneer jij het lokaal van mevrouw Van der Hoogt binnenstapt, wie stapt er dan naar binnen?” En ik wijs afwisselend naar de drie poppetjes van Anne. Zonder nadenken schuift ze de queen naar voren. “Deze!” “En wie ziet zij dan? En ik wijs naar de queen. Anne pakt meteen de heks en zet deze er tegenover. “Deze!”
“En stel dat je er morgen voor kiest om niet de queen als eerste over de drempel te laten stappen, maar één van die andere twee. Hoe zou dat zijn?”
Anne denkt na, er verrijst een glimlach: “Dat ga ik proberen!”
————————————————
Dit was een casus vanuit de voorjaarscursus, ben jij er de volgende keer bij?